Opgave 01
Welk woord is fout geschreven?
A- Wacht
B- Kragt
C- Macht
D- Chaos
Opgave 02
Welke zin is fout geschreven?
A- De regen klettert tegen de ramen.
B- Dat is een zielig hondje.
C- Het gras moet gemaait worden.
D- Hij bluft tegen zijn vrienden.
Opgave 03
Welk werkwoord is fout gespeld?
A- Doe de groeten aan je opa en oma.
B- De appel valt niet ver van de boom.
C- De kinderen hebben in de zandbak gespeeld.
D- Gisteren schrijft de krant een stukje over de inbraak.
Opgave 04
Bij welke persoonsvorm ontbreekt de t?
A- Vind hij?
B- Vind ik?
C- Vind jij?
D- Ik vind.
Opgave 05
A- Finisch
B- Magisch
C- Fantastisch
D- Hectisch