Rekenen 15

Opgave 01

Bij Jan thuis houden ze van echte verse melk, ze kopen deze dan ook rechtstreeks bij de boer.
De moeder van Jan koopt 50 dl melk. Hoeveel liter is dat?

A- 0,5 liter

B- 1 liter

C- 5 liter

D- 50 liter

Opgave 02

Bij het kindercarnaval is er 10 hl cola gedronken.
Hoeveel liter is dat?

A- 10 liter

B- 100 liter

C- 1.000 liter

D- 10.000 liter

Opgave 03

Op het recept staat: ”voeg 5 dl water toe”.
Hoeveel liter is dat?

A- 0,1 liter

B- 0,5 liter

C- 1 liter

D- 5 liter

Opgave 04

Carlijn heeft per ongeluk een beeldje gebroken. Haar vader plakt het met superlijm.
Op de tube staat: ”inhoud 5 ml”. Hoeveel liter is dat?

A- 0,5 liter

B- 0,05 liter

C- 0,005 liter

D- 0,0005 liter

Opgave 05

De hond van Jasmijn gaat in bad.
Op de fles met hondenshampoo staat dat je 5 ml aan 1 dal water moet toevoegen.
Hoeveel liter is 1 dal?

A- 1 liter

B- 5 liter

C- 10 liter

D- 100 liter