Vervoeg het schuingedrukte werkwoord
Opgave 01
Vorige week stond het raam open. Het tochten erg.
A- tochtte
B- tochte
C- tochten
D- tochtten
Opgave 02
Met het bouwen van een schuur wordt er in de tuin flink klussen.
A- geklusd
B- gekluste
C- geklusde
D- geklust
Opgave 03
Op de aangeven route staat een verkeersplein.
A- aangevende
B- aangaf
C- aangegeven
D- aangegaven
Opgave 04
Na de wandeling hebben we de hond borstelen.
A- geborsteld
B- borstelde
C- geborstelt
D- geborsteldt
Opgave 05
Tante Fanny had een heerlijke taart bakken.
A- gebakt
B- gebakd
C- gebaken
D- gebakken