Opgave 01
Janneke en Karlijn gaan kaartjes verkopen voor een toneelvoorstelling op hun school. De kaartjes kosten € 3,50. Aan het einde van de week hebben ze € 185,50 opgehaald.Hoeveel kaartjes hebben ze verkocht?
A- 53 kaartjes
B- 54 kaartjes
C- 52 kaartjes
D- 48 kaartjes
Opgave 02
Merel en haar opa maken een fietstocht. Ze fietsen van Baarn naar Vinkeveen. De afstand is 28km. Ze fietsen 12km per uur. Als ze om 09:00 uur vertrekken, hoe laat komen ze aan in Vinkeveen?
A- 12:20 uur
B- 11:20 uur
C- 11:15 uur
D- 11:25 uur
Opgave 03
Familie Fristen geeft een feestje. Ze bestellen 10 kratten cola, 2 kratten sinas en 3 kratjes bier.In elk krat passen 12 flessen. Hoeveel flessen hebben ze in totaal?
A- 168 flessen
B- 192 flessen
C- 186 flessen
D- 180 flessen
Opgave 04
De opa en oma van Chantal hadden, bij de geboorte van haar, een boom geplant. De boom was toen 30 cm hoog. De boom is nu 8x zo hoog. Hoe hoog is de boom nu?
A- 1 meter en 30 cm
B- 2 meter en 40 cm
C- 3 meter en 20 cm
D- 2 meter en 80 cm
Opgave 05
Susan en Kim hebben een kilo drop gekocht. Ze eten hier 1/5 deel van op. Hoeveel drop hebben ze nog over?
A- 8 gram
B- 800 gram
C- 80 gram
D- 8.000 gram