Wat betekent het woord?
Opgave 01
Acclimatiseren
A- Aanpassen.
B- Annuleren.
C- Uitzoeken.
D- Goed bekijken.
Opgave 02
Aanhef
A- Een boze toon in je stem.
B- Het woord waarmee je iets begint.
C- Een troostend gebaar.
D- Een ander woord voor aanleg.
Opgave 03
Delegatie
A- Een land dat onderdrukt wordt door een dictator.
B- Het leiden van een groep kinderen.
C- Achter elkaar aan lopen in een lange rij.
D- Een klein aantal mensen als vertegenwoordigers van een grote groep.
Opgave 04
Gefascineerd
A- Afgunst.
B- Onbekend.
C- Bewondering.
D- Afgescheiden.
Opgave 05
Vaticaan
A- Een stad in Frankrijk.
B- De woning van de Paus.
C- Het buitenhuis van de Koningin.
D- Een Italiaans gerecht.