Bekijk het uithangbord van de groentewinkel.
Opgave 01
Bas koopt bij de groentewinkel 2 kroppen sla en een pond tomaten. Hoeveel moet hij betalen?
A- € 4,60
B- € 3,80
C- € 3,10
D- € 3,30
Opgave 02
Gijs koopt bij de groentewinkel een bosje radijsjes, een courgette en een pond spinazie. Hoeveel moet hij betalen?
A- € 4,14
B- € 5,39
C- € 4,24
D- € 4,80
Opgave 03
Tante Tinie koopt bij de groentewinkel 2 kilo aardappelen, een krop sla en een courgette. Hoeveel moet ze betalen?
A- € 3,89
B- € 6,34
C- € 6,89
D- € 5,54
Opgave 04
Robert koopt bij de groentewinkel 2 kilo tomaten en 1 komkommer. Hoeveel moet hij betalen?
A- € 3,20
B- € 4,20
C- € 6,20
D- € 7,20
Opgave 05
Sascha koopt bij de groentewinkel een krop sla, een komkommer, een pond tomaten en een kilo aardappelen. Hoeveel moet ze betalen?
A- € 6,25
B- € 7,75
C- € 6,35