Wat is het meervoud van de schuingedrukte woorden?
Opgave 01
Omdat de trein niet reed werden er bus ingezet om de mensen te vervoeren.
A- bussekes
B- bussen
C- busen
D- busjes
Opgave 02
Kleine tor zijn insecten.
A- torretjes
B- toretjes
C- toren
D- torren
Opgave 03
In sprookjes wonen kabouter in rode paddenstoelen.
A- kabouteren
B- kabouters
C- kaboutersen
D- kaboutertjes
Opgave 04
Er staan veel kanon op het kasteel.
A- kanonen
B- kaanonen
C- kannonnen
D- kanonnen
Opgave 05
Dit gerecht bevat twee citroen.
A- citroenen
B- citroens
C- citroennen
D- citroentjes